Cellbuilding indiceert een inzicht in de ontmenselijking van de mensheid die meer en meer voelbaar wordt in onze samenleving waar de mens vooral op zichzelf gericht is, door sommigen genegeerd of weggelachen en voor anderen zorgt ze steeds voor meer conflicten met het welbevinden en veiligheidsgevoel. Misschien zit de melkboer er voor iets tussen, het is allemaal bij hem begonnen, hij was de ideale persoon om de schande te dragen.
Het sociaal gevoel zit op een laag pitje. Onze samenleving hangt aan elkaar met digitaal contactweefsel dat het menselijk aanvoelen herleidt tot een oppervlakkige acte de présence. Ik schreef al eerder een artikeltje over de negatieve gevolgen van onze digitale samenleving, maar dit opiniestukje wilde ik toch nog graag kwijt.
Het is allemaal begonnen toen de melkboer en zijn vriendjes door een geautomatiseerde implementatie werden opzijgezet. Het waren nochtans de melkboeren, de bakkers, de kolenmannen, de brouwers, de visboeren en nog enkele anderen die zorgden voor emotionele ventilatie onder de mensen. Ook al werd er wel wat geroddeld, dit was veel onschuldiger dan wat er vandaag gebeurt via social media.
Misschien klink ik ouderwets maar er was een herkenbare menselijkheid, een sterker verbonden gevoel van betrokkenheid onder de mensen. Het maakte dat men elkaar wat meer ontzag. Er was minder inkijk in het privéleven terwijl volledige privacy nu bijna onmogelijk geworden is want Big Brother is watching you, weet je wel. Wellicht werden er wel wat meer slechte zaken verborgen maar die zijn er nu ook. Alleen worden ze nu verborgen achter de perfectienorm van sociale media. Als ze aan de oppervlakte komen worden ze dikwijls op ongenuanceerde manier uit hun context getrokken. Het kan zo maar gebeuren dat je van de ene op de andere dag van held naar uitwas wordt gemaakt.
Dat onschuldige verdwijnen van sociale contacten was het begin. Het was slechts een eerste stap van sociale ontmenselijking want niet veel later waren de buurtwinkels aan de beurt. Daar waar mensen elkaar tegenkwamen om te buurten zeg maar, een centrale sociale data bank waar er vreugde en verdriet werd gedeeld en waar kinderen werden ingeleid in de sfeer van tradities en seizoenen. Als er chocoladegeur in het winkeltje hing dan wist je dat de Sint of de Paashaas eraan kwamen. En als de frigo werd buitengezet, gevuld met ijsjes was het zomergevoel helemaal aanwezig. Het buurtwinkeltje was hét verzamelpunt om tijdens het spelen even te bekomen van alle avonturen… even op de dorpel genieten van een frisdrankje of snoepje terwijl er straffe verhalen werden verteld en nieuwe plannen werden gesmeed. Voor mij mooie herinneringen… Maar met het verstedelijken en de invloeden van computers speelden kinderen steeds minder buiten en verdwenen deze winkeltjes langzamerhand. Mensen lieten zich verleiden tot het overaanbod van grote winkelketens die niet alleen meer keuze hadden maar ook betere prijzen. Hier konden de buurtwinkels niet tegenop. Er worden wel pogingen gedaan om dat gemis weer te laten heropleven maar de vraag is of de mens nog niet te sterk geconditioneerd is in het nieuwe consumptiemodel dat vooral inzet op snel en meer keuze.
De volgende stap in ontmenselijking, een fase waar we nu nog volop inzitten, is de invloed van digitalisering. Servicegerichte bedrijven zoals banken verlenen hun diensten veel minder toegankelijk en veel minder betrokken met het welzijn van hun klanten. Een kluwen van ingewikkelde procedures en onpersoonlijke aandacht zorgen voor meer afstand en een duidelijk voelbare “laat ons gerust” houding. Je krijgt met moeite persoonlijk contact behalve als je een verzekering wil afsluiten of grotere bedragen wil investeren in beleggingsfondsen… voor de dagdagelijkse bankzaken moet je het maar met een app of automaat doen. Helaas verdwijnen zelfs deze meer en meer uit het straatbeeld. Allemaal dankzij de digitalisering waarin velen van de oudere generatie zich nu al vastrijden. Ook de nieuwe intrede van robots in de grote supermarktketens, op het eerste zicht onschuldig en een leuke entertainmentfactor maar een wolf in schapenvacht voor het intermenselijk contact. Het personeel ziet er nu misschien geen graten of bedreiging in en stelt zich in de gedachte dat het weer tijdbesparend is, tijd om zich met andere dingen bezig te houden behalve dan met de klanten. Het schept weer eens meer afstand tussen de mensen en maakt de drempel om als klant iemand aan te spreken weer hoger. Het geeft een gevoel bij klanten dat ze het personeel beter gerust laten. Wat nu onschuldig lijkt zal niet veel later een bedreiging worden voor het personeel. Digitalisering en robotica bleken al vaker gevaarlijk speelgoed voor de menselijkheid te zijn.
Zelfs in de medische wereld waar intermenselijk contact zo belangrijk is begint men te voelen dat de betrokkenheid verdwijnt. Huisartsen, die ook een sociale rol vervullen, vallen meer en meer weg uit de dorpsgemeenschap. In de plaats mogen we een nummertje trekken en in de rij staan bij specialisten die dikwijls niet voldoende moeite nemen om te onderzoeken wat niet tot een gemakkelijke standaard case kan worden gecatalogeerd. Er zijn nog uitzonderingen maar ze worden een zeldzame soort. Als het moeite begint te kosten en ze het maximum aan jou hebben verdiend met een minimum aan inspanning ben je uitbehandeld en moet je het vaak maar zelf uitzoeken.
Men kan niet ontkennen dat het algemeen welzijn van de mens meer dan ooit te lijden heeft onder het digitale tijdperk. Er zijn meer burn-outs en depressies dan ooit tevoren. Ondanks alle inzichten en erkenning slagen we er niet in om weerstand te bieden aan de snelheid van de automatisering en digitalisering die ons aanzetten tot overconsumptie en ontmenselijking. Alles is vluchtig en verdampt nog voor we het hebben kunnen genieten en opgebruiken. We vervangen dingen en mensen zonder veel moeite en datzelfde wordt met ons gedaan.
Het grootste probleem van deze digitale maatschappij is dat naarmate deze generatie en de vorige verdwijnt er steeds minder of geen enkel emotioneel betrokkenheidsgevoel meer zal overblijven omdat er minder of geen overdragers meer zullen zijn die weerstand bieden. Het nieuwe normaal van emotieloze betrokkenheid zal een geconditioneerde vorm aannemen waardoor een volk zal ontstaan zonder empathie. Een volk dat mededogen en inleving zal zien als een zwakke factor die je moet weren. Wij kunnen nog vergelijken hoe goed het is om menselijk te zijn, de volgende generaties wellicht steeds minder of niet meer… misschien hebben zij het dan wel makkelijker want niet kunnen vergelijken is soms beter.
Afscheid nemen hoort moeilijk te zijn … afscheid nemen hoort pijn te doen. Helaas gaat het bij velen intussen misschien te makkelijk. Uit het oog, uit het hart geldt meer dan ooit. Beter niet te lang bij iets stilstaan, altijd maar doorgaan. Ook al is de schone schijn sterker dan ooit en kleurt een acte de présence een opvallend aanwezigheidsbeeld, toch zijn we er minder dan ooit voor elkaar en wordt alles herleid tot een plichtspleging.
Hoe dichter we op onze schermen zitten hoe verder we van elkaar leven. Hoog tijd om aan de alarmbel te trekken.
Misschien kunnen we niet meer alles omkeren maar het loont zeker de moeite om het proces te proberen vertragen en weerstand te bieden om toch nog enkele sporen na te laten. Sporen die dan hopelijk worden opgepakt door de volgende generatie want menselijkheid is een waardevol goed om je als mens gelukkig te kunnen voelen en niet te verworden in een harde meedogenloze wereld waar er geen plaats meer is voor connectie met de zielsverwantschap van onze medemens.
Geef de melkboer nog een kans…